Aan het Lac de Veronne gaan we anders met de paarden om dan hoe de meeste ruiters gewend zijn. Al is onze ‘point of view’ gelukkig wel sterk in opkomst, want het blijkt een goede fundering te zijn voor een fijne, eerlijke connectie met een paard. Of je nu houdt van (vrijheids)dressuur, springen, western of recreatief rijden
Hoe anders is Clever Horsemanship?
Een paard kan onze taal niet leren, maar wij de zijne wel.
Beheers je die paardentaal – d.w.z.: kun je je paard lezen, en kun je zelf bewegingen maken die voor hem van nature begrijpelijk zijn – dan ontstaat er samenwerking, zonder dat hij in verzet komt, stress of dwang ervaart, zonder hem pijn te doen. Zie hier het uitgangspunt van Clever Horsemanship.
Paarden communiceren via lichaamstaal. Met elkaar. Maar ook met ons. Helaas missen we vaak signalen, en maken we zelf te veel onnodige bewegingen, waardoor er ruis, verwarring en onbegrip ontstaat.
Bij Clever Horsemanship kijken we dus goed naar het paard. Zijn inbreng doet er toe.
Hoe staat hij er bij?
Bijvoorbeeld: heeft hij zijn hoofd hoog of laag, draait hij weg van je of komt hij naar je toe op een manier dat je denkt: nou zeg, mag ook wel een tandje minder?
Staat hij te kroelen met een vriend in de kudde, of bijt iemand hem aan de kant?
Springt hij vrijmoedig over de sloot omdat hij graag snel naar je toe komt, of durft hij niet eens dat bruggetje over?
En waarom doet hij zo? En hoe reageer jij daar op?

Als hij staat te doezelen, staat hij dan bij een kuddegenoot? Bij welke? Haal je hem uit die vredige rust of ga je er gezellig bij zitten?
We kijken ook hoe wij als mens op al die verschillende bewegingen reageren. Wat is jouw eerste, natuurlijke, menselijke reflex? Wat heb je op de manege geleerd om te doen ? Wat denkt het paard dat je doet? Kan je het ook anders doen? Wat is het effect?
Wat vind je oké en wat heb je liever niet? Waar ligt je grens?
Hoe vertel je dat een paard op de – voor hem – beste manier?

Hoe krijg je zijn aandacht? Wanneer gaat hij vrijwillig met je mee, weg van zijn vrienden, weg van de kudde waarbij hij zich veilig voelt? Hoe word je zijn vriend èn zijn leider? Zonder dat hij bang hoeft te zijn dat je hem een tik verkoopt? Met andere woorden: hoe wordt je zijn vriend èn zijn leider?
Wat we niet doen
Wat we bijvoorbeeld niet doen, is: paard uit de wei, borstelen, zadel erop, stukje rijden, zadel eraf, terugzetten, naar huis gaan.
Hij is ook niet een soort slaaf die maar moet doen wat wij willen, geen lastdier, geen vervoermiddel en ook geen klauter-object, of attractie.
We hebben de zin: ‘laat zien wie de baas is’ volledig geschrapt aan het Lac de Veronne.
Maar… hij is evenmin een knuffel-dier…

De eerste reactie van een paard als hij iets eng vindt is: vluchten Want hij is een prooidier, hij wordt gegeten. Alle paarden die niet op tijd zijn gevlucht bestaan niet meer, want werden opgegeten (lees: zijn uitgestorven). Van nature is het dus een vlucht-dier die heel snel wegrent nog voor hij goed en wel ziet wat er aan de hand is. Pas verderop kijkt hij achterom: wat was dat eigenlijk?
Veel moeilijker is het om het paard rustig bij je te laten staan, zeker zodra hij stress heeft.
Paarden die bij mensen leven, moeten allerlei dingen leren accepteren waar ze van nature schrik van hebben. Om maar een paar dwarsstraten te noemen:
een bromfiets die voorbij knettert, een colafles waar de dop sissend van wordt afgedraaid, een straaljager die over vliegt, een vrouw met een paraplu etc.
Maar natuurlijk ook de dierenarts, de tandarts, de hoefsmid en… de ruiter!

Bijvoorbeeld: Het paard mag zijn voeten bewegen als hij daartoe noodzaak voelt. En vanuit zijn reflex wil het vluchtdier graag bewegen bij stress. Dankzij de lange leadrope kan dat, en kunnen wij wel de richting bepalen, voor zijn en onze veiligheid. Totdat hij begrijpt: oke, ik kan rustig stilstaan (waarom zou ik energie verspillen als het niet nodig is). Voor het slagen van zo’n oefening is het belangrijk dat je het paard goed leest, en je eigen bewegingen geconcentreerd en zorgvuldig zijn. Een goede timing is de sleutel tot succes: kleine bewegingen en weinig energie als het kan, grotere bewegingen of meer energie indien nodig.